...

Strategieën voor medewerkersbehoud en beperking van personeelsverloop

In de huidige krappe arbeidsmarkt is het voor werkgevers cruciaal om niet alleen nieuw talent aan te trekken, maar vooral ook bestaande medewerkers tevreden en verbonden te houden. Hoog personeelsverloop brengt immers hoge kosten met zich mee – het vervangen van één medewerker kan al gauw tot twee jaarsalarissen kosten aan werving, inwerken en productiviteitsverlies. Bovendien gaat met elk vertrek waardevolle kennis verloren. In dit rapport verkennen we bewezen strategieën om de aantrekkelijkheid van werkgevers voor hun huidige werknemers te vergroten en het personeelsverloop te beperken, met specifieke focus op middelgrote bedrijven in Nederland (sectorbreed). We behandelen zowel algemene best practices als verschillen per sector/land, en bespreken de impact van hybride werken, benchmarks, concrete initiatieven, vertrekredenen en HR-tech oplossingen. Tot slot geven we aanbevelingen voor toepassing in de Nederlandse MKB-praktijk.

Praktijken en programma’s voor hogere werknemerstevredenheid en -binding
Werknemerstevredenheid en -betrokkenheid vormen de basis voor retentie. Uit onderzoek blijkt dat organisaties die hoog scoren op medewerkersbetrokkenheid beduidend minder verloop kennen. Tevreden medewerkers presteren beter en blijven langer. Belangrijke factoren die de binding met de organisatie versterken zijn onder andere ontwikkelmogelijkheden, een eerlijk beloningsbeleid, een gezonde werk-privébalans, goed leiderschap en een positieve bedrijfscultuur. We lichten deze hieronder toe.


Ontwikkelmogelijkheden (opleiding en loopbaanpaden)


Investeren in de groei en ontwikkeling van medewerkers is één van de meest effectieve retentiestrategieën. Gebrek aan groeimogelijkheden is namelijk een van de topredenen waarom medewerkers elders een baan zoeken. Vooral jongere werknemers (Gen Z en millennials) hechten hier veel waarde aan. Middelgrote werkgevers kunnen hierop inspelen door praktische tips te geven voor het bevorderen van de balans tussen werk en privé.


• Opleiding en training: Bied regelmatig cursussen, workshops of bijscholing aan. Dit kan intern (via senior medewerkers of een “academy”) of extern (vergoede opleidingen). Werknemers waarderen het wanneer hun werkgever in hun professionele ontwikkeling investeert. Het geeft hen het gevoel dat ze vooruit kunnen komen binnen de organisatie.


• Doorgroeipaden: Maak loopbaanpaden inzichtelijk. Voer ontwikkelgesprekken en stel samen met de werknemer groeidoelen op. Een duidelijk perspectief op promotie of verbreding van verantwoordelijkheden vergroot de kans dat talent blijft. Volgens Randstad vergroot het aanbieden van interne doorgroeikansen de loyaliteit; werknemers gaan dan minder snel extern kijken, wat de retentiegraad direct verbetert.


• Interne mobiliteit: Moedig interne functiewisselingen of projectrotaties aan. Hierdoor kunnen medewerkers nieuwe vaardigheden opdoen zonder van werkgever te veranderen. Een cultuur waarin interne sollicitaties worden gestimuleerd, houdt talent en kennis binnen de organisatie en bevordert de betrokkenheid van jouw medewerkers. Zoals Intelligence Group opmerkt: hoe hoger de interne mobiliteit, hoe lager het verloop en hoe meer kennisborging in de organisatie.


• Mentorschap en coaching: Koppel minder ervaren medewerkers aan mentoren. Dit ondersteunt hun groei en bevordert tegelijkertijd binding met collega’s en de organisatie.
Praktijkvoorbeeld: Uit het Beste Werkgeversonderzoek komt naar voren dat “uitdagend werk” en ontwikkelingskansen de betrokkenheid verhogen. Bedrijven die als goede werkgever bekendstaan – vaak door veel aandacht voor groei en loopbaan van medewerkers – hebben aantoonbaar minder last van verloop dan gemiddeld, wat het belang van de huidige werkgever onderstreept. Ook in Scandinavische landen wordt succesvol ingezet op een waardegerichte werving en ontwikkeling: door in het selectieproces te letten op alignment tussen persoonlijke waarden en bedrijfskernwaarden, ontstaat een sterkere match, hogere werktevredenheid en uiteindelijk lager verloop.
Beloningsbeleid (salaris, bonussen, winstdeling, transparantie)
Een marktconform en eerlijk beloningsbeleid is een hygiënefactor voor tevredenheid. Uit Randstad-onderzoek blijkt dat salaris (inclusief secundaire voorwaarden) het belangrijkste criterium is voor Nederlandse werknemers bij de keuze van een werkgever. Het ontbreken van een adequaat salaris of beloningsstructuur kan leiden tot ontevredenheid en vertrek – in een McKinsey-enquête noemde 36% van de (wereldwijde) respondenten een te laag salaris als reden om van baan te wisselen.
Middelgrote organisaties kunnen de volgende beloningsmaatregelen overwegen:


• Competitief salaris: Zorg dat salarissen concurrerend zijn binnen de sector en regio. Monitor periodiek de markt en pas beloningen aan om ten minste marktgemiddelde te bieden, liefst iets daarboven voor sleutelposities.


• Secundaire arbeidsvoorwaarden: Bied aantrekkelijke extra’s zoals pensioenbijdrage, verzekeringen, reiskosten of thuiswerkvergoeding, telefoon/laptop van de zaak, etc. Zeker nu inflatie en kosten van levensonderhoud stijgen, worden deze gewaardeerd.


• Bonussen en winstdeling: Overweeg een bonusregeling of winstdelingsplan om medewerkers te laten meedelen in het succes van de onderneming. Dit kan zowel de financiële waardering als het gevoel van betrokkenheid vergroten.


• Transparantie: Wees transparant over hoe salarissen worden vastgesteld en wat de groeipad in beloning is. Sommige bedrijven hanteren open salarisstructuren of functiehuizen, wat het vertrouwen vergroot. Eerlijke en inzichtelijke beloning voorkomt speculatie en ontevredenheid.


• Erkenning in niet-materiële vorm: Naast geldelijke beloning is ook erkenning belangrijk. Regelmatige waardering voor prestaties (complimenten, awards, een bedanktbericht) motiveert enorm. Uit onderzoek blijkt dat het geven van waardering een essentiële voorwaarde is voor betrokkenheid. Een cultuur waarin successen gevierd worden en medewerkers zich gezien voelen, draagt bij aan loyaliteit.
Praktijkvoorbeeld: Diverse middelgrote bedrijven in Nederland introduceren transparante bonuscriteria of belonen teamresultaten in plaats van individuele targets om samenwerking te stimuleren. Ook bestaan er initiatieven als extra vakantiedagen als bonus, of aandelen(optieregelingen) bij bepaalde mijlpalen om lange dienstverbanden te honoreren. Deze maatregelen kunnen de binding versterken omdat medewerkers direct profiteren van hun inzet en het bedrijfsresultaat.
Werk-privébalans (flexibiliteit en verlofregelingen)


Een gezonde werk-privébalans is voor veel medewerkers tegenwoordig net zo belangrijk als het salaris. Flexibiliteit in waar en wanneer men werkt, en begrip voor privéomstandigheden, vergroten de tevredenheid aanzienlijk. Uit het Randstad Employer Brand onderzoek staat een goede werk-privébalans steevast in de top 3 van wensen bij werknemers. Vooral vrouwen en jongere generaties hechten hier veel waarde aan. Enkele best practices voor werkgevers:


Flexibele werktijden: Sta toe dat werknemers hun begin- en eindtijden (binnen zekere grenzen) zelf kiezen, of werkuren verspreiden over de week naar eigen inzicht. Dit geeft ruimte om bijvoorbeeld kinderen naar school te brengen of tussendoor persoonlijke zaken te regelen.


• Thuiswerkmogelijkheden: Geef de mogelijkheid tot thuiswerken of hybride werken (gedeeltelijk thuis, gedeeltelijk kantoor). Tijdens en na de COVID-19-pandemie is gebleken dat 90% van de professionals graag hybride wil blijven werken. Deze flexibiliteit vermindert stress en stelt medewerkers in staat werk en privé beter te combineren. We zien dan ook dat hybride werken de tevredenheid verhoogt en het verloop verlaagt


• Verlofregelingen: Bied ruime en flexibele verlofmogelijkheden. Naast de wettelijke vakantie- en ziekteregelingen kan gedacht worden aan ouderschapsverlof (ruimer dan verplicht), zorgverlof, rouwverlof, sabbaticals of onbetaald verlof voor persoonlijke ontwikkeling. Dergelijke voorzieningen laten zien dat de organisatie het welzijn van medewerkers serieus neemt.


• Werkdrukmonitoring: Houd de werkdruk in de gaten en voorkom structureel overwerk. Continu overbelaste medewerkers branden op en zullen op zoek gaan naar een beter haalbare baan. Door tijdig extra hulp in te schakelen of prioriteiten bij te stellen, blijft de balans gezond.


• Wellbeing-programma’s: Stimuleer een gezonde levensstijl op en naast het werk. Voorbeelden zijn: aanbod van sportschoolabonnement of fietsplan, mindfulness-cursussen, vitaliteitsworkshops, of een rustige ruimte op kantoor, allemaal belangrijke incentives voor bevlogen medewerkers. Vitaliteitsprogramma’s dragen bij aan minder stress en daarmee ook minder verzuim en verloop. Meer dan de helft (51%) van de Nederlandse werkgevers investeert inmiddels in vitaliteit juist om talent te behouden. Uit onderzoeken naar effectief vitaliteitsbeleid komen positieve resultaten, zoals 27% lager ziekteverzuim en hogere motivatie en energie – factoren die indirect ook voor hogere retentie zorgen.
Praktijkvoorbeeld: Softwarebedrijf Afas (middelgroot, Nederland) staat bekend om zijn uitgebreide gezinsvriendelijke beleid: medewerkers kunnen bijvoorbeeld onbeperkt vakantiedagen opnemen zolang het werk afkomt, en jonge ouders krijgen extra verlofdagen. Deze cultuur van vertrouwen en flexibiliteit heeft Afas herhaaldelijk een plek bezorgd in de lijst van beste werkgevers, met zeer laag vrijwillig verloop als resultaat. Hoewel niet elk bedrijf onbeperkt verlof kan bieden, toont dit voorbeeld aan dat verregaande flexibiliteit loont in behoud van personeel.


Leiderschap en managementstijl


De directe leidinggevende speelt een van de grootste rollen in wel of niet blijven van werknemers. Er wordt niet voor niets gezegd: “mensen komen voor het bedrijf, maar vertrekken wegens hun manager.” Uit internationaal onderzoek (McKinsey) komt een slechte relatie met de leidinggevende naar voren als derde belangrijkste reden van vertrekkende medewerkers (genoemd door 34%). Een ondersteunende, empathische en bekwame manager daarentegen kan medewerkers sterk aan het bedrijf binden. Middelgrote bedrijven moeten daarom investeren in goed leiderschap op alle niveaus:


• Coachend leiderschap: Stimuleer leidinggevenden om een coachende stijl te hanteren in plaats van puur hiërarchisch te sturen, wat kan helpen bij het waarborgen van personeelsbehoud. Dit houdt in: luisteren, vragen stellen, ontwikkelen, en pas ingrijpen als het nodig is. Medewerkers voelen zich daardoor gesteund en serieus genomen. Een cultuur van open communicatie met de manager verhoogt de betrokkenheid.


• Erkenning en feedback: Train managers in het geven van tijdige, constructieve feedback en erkenning. Zoals eerder genoemd, waardering geven is cruciaal – het verhoogt trots en betrokkenheid. Even een compliment voor een behaalde deadline, of het vieren van teamsuccessen, draagt bij aan een positieve sfeer.


• Transparantie en inspraak: Goed leiderschap betekent ook duidelijk communiceren over bedrijfsontwikkelingen en besluiten. Houd medewerkers op de hoogte (zowel goed als slecht nieuws) en geef ruimte voor vragen of ideeën. Inspraakmogelijkheden (bijv. via periodieke teamoverleggen of medewerkerspanels) zorgen dat werknemers zich gehoord voelen.


• Leiderschapstraining: Investeer in managementvaardigheden voor (aankomende) leidinggevenden. Niet elke uitstekende specialist is van nature een people-manager. Via cursussen in people management, communicatie of situationeel leiderschap kunnen ze leren hoe ze beter met hun team omgaan, conflictsituaties oplossen en motivatie hooghouden.


• Vertrouwen en autonomie: Micro-management (continue controle) werkt averechts op werktevredenheid. Geef medewerkers vertrouwen en ruimte om hun werk op hun eigen manier in te richten, met duidelijke doelen. Dit verhoogt het gevoel van autonomie – een factor waarvan bekend is dat die retentie bevordert.


Praktijkvoorbeeld: Consultancybureau X merkte dat verloop vooral plaatsvond bij teams met jonge onervaren managers. Ze introduceerden een “Lead & Inspire”-programma waarbij alle nieuwe leidinggevenden een mentor kregen en een 6-maanden trainingstraject doorliepen gericht op coachend leiderschap. Daarnaast voerden ze zogeheten “stay interviews” door managers in (daarover meer in Sectie 5). Het resultaat was dat de medewerkerstevredenheidsscore over “kwaliteit van de leidinggevende” met 15% steeg in één jaar, en het vrijwillig verloop in die teams aanzienlijk daalde, zoals blijkt uit onderzoek van Effectory. Dit bevestigt dat goed getrainde en empathische managers een verschil maken in het waarborgen van personeelsbehoud.


Bedrijfscultuur en interne communicatie


Een ondersteunende bedrijfscultuur waar werknemers zich thuis voelen en trots op zijn, is de lijm die mensen bij de organisatie houdt. In onderzoeken naar betrokkenheid komt bijvoorbeeld “trots op de organisatie” steevast naar voren als bepalend: bij de beste werkgevers is dit gevoel veel sterker aanwezig dan bij andere organisaties. Cultuur is een breed begrip, maar relevante aspecten zijn onder meer onderlinge sfeer, waardes en normen, en hoe er intern gecommuniceerd wordt. Enkele elementen:


• Positieve sfeer en teamgevoel: Stimuleer collegialiteit en onderlinge steun. Teambuildingactiviteiten, informele uitjes, of simpelweg een gezellige gezamenlijke lunch kunnen de band tussen collega’s versterken. Een hechte teamsfeer verhoogt de drempel om weg te gaan, omdat werkrelaties dan ook vriendschappen zijn.


• Kernwaarden en missie: Zorg dat de bedrijfswaarden niet slechts woorden op papier zijn, maar zichtbaar geleefd worden op de werkvloer. Werknemers, vooral de jongere generaties, willen zich kunnen identificeren met waar de organisatie voor staat. Een purpose-driven cultuur – bijvoorbeeld focus op duurzaamheid, innovatie of maatschappelijke bijdrage – kan medewerkers extra motiveren te blijven omdat ze zich deel voelen van iets betekenisvols.


• Interne communicatie: Houd de lijnen open. Communicatie moet transparant, eerlijk en tijdig zijn. Denk aan regelmatige updates over resultaten, strategie of veranderingen (via nieuwsbrieven, intranet, townhall bijeenkomsten). Wanneer medewerkers zich goed geïnformeerd voelen, neemt speculatie en onrust af. Bovendien schept het vertrouwen als de directie open communiceert, ook bij tegenslagen, wat bijdraagt aan de balans tussen werk en privé.


• Betrokkenheid en inspraak: Geef medewerkers een stem in zaken die hen aangaan. Dit kan via medewerkerstevredenheidsonderzoeken (waarop echt actie volgt), feedbackrondes, of een medewerkersvertegenwoordiging (bijv. een actieve ondernemingsraad ook bij middelgrote bedrijven). Mensen blijven graag werken bij een bedrijf waar hun mening telt en waar verbeterideeën welkom zijn.


• Inclusieve cultuur: Een cultuur waarin iedereen zich welkom voelt – ongeacht achtergrond, geslacht, leeftijd – draagt bij aan behoud. Medewerkers die zich uitgesloten of niet erkend voelen, vertrekken sneller. Diversiteit en inclusie beleid (bv. trainingen over onbewuste vooroordelen, vieren van diverse feestdagen) kunnen zorgen dat meer medewerkers zich verbonden voelen. Uit Randstad-onderzoek voelde 1 op de 3 NL werknemers zich tot een minderheid behoren, en deze groep ervaart vaker belemmeringen in loopbaan. Door een inclusieve sfeer te creëren, kun je dit tegengaan en het potentieel van iedereen benutten.


Praktijkvoorbeeld: Een middelgroot retailbedrijf in Noord-Holland kampte met hoog verloop onder winkelpersoneel. Na een interne peiling bleek dat medewerkers zich niet gehoord voelden door het hoofdkantoor. Men heeft daarop een interne communicatie-app ingevoerd waarin medewerkers op elk niveau ideeën en feedback kunnen plaatsen, en waar het management wekelijks op reageert. Daarnaast werd een programma “Mensen voorop” gelanceerd met maandelijkse sessies waarin directieleden in gesprek gaan met willekeurige werknemers over hun ervaring op de werkvloer, wat bijdraagt aan de bevlogenheid van jouw medewerkers. Deze relatief eenvoudige maatregelen verbeterden de cultuur: medewerkers gaven aan zich meer gewaardeerd te voelen en het verloop daalde in het jaar erna met ruim 10%.

Sector- en landspecifieke verschillen in medewerkersbehoud


Personeelsverloop is niet in elke sector of elk land even hoog. Het is belangrijk voor werkgevers om hun eigen situatie te vergelijken met branchegenoten en te begrijpen welke factoren sectoraal een rol spelen in het gebied van medewerkersbehoud, zoals de krapte op de arbeidsmarkt. Hier bespreken we enkele opvallende verschillen, met focus op Nederland en ter vergelijking de EU.
Verschillen tussen sectoren (Nederland)


In Nederland lopen de verlooppercentages per sector sterk uiteen. Over het algemeen kennen sectoren met veel lagere lonen, seizoenswerk of jonge werknemers een hoger verloop dan sectoren met stabiele banen en carrièreperspectief. Volgens recente data (2022/2023) zien we bijvoorbeeld:


Sectoren met het hoogste verloop in NL:


• Landbouw & Visserij: ~37% van de werknemers wisselde in een jaar van baan. Dit is de koploper in Nederland qua personeelsverplaatsing. Deze sector kent veel seizoensarbeid en fysiek zwaar werk, wat mogelijk het hoge percentage verklaart en een uitdaging vormt voor het waarborgen van personeelsbehoud. Ter vergelijking: in Duitsland was dit zelfs ~41%, in het VK ~43% en in België ~53% – Nederland zit dus ergens in de middenmoot.


• Journalistiek & PR: ~31% jaarlijks verloop. Creatieve beroepen en mediabanen worden gekenmerkt door projectmatig werk en relatief veel freelancers, wat bijdraagt aan die mobiliteit.


• Marketing & Communicatie: ~29% verloop. Dit ligt ongeveer op het Europees gemiddelde voor marketingfuncties. Het is een vakgebied waar skills breed inzetbaar zijn, waardoor professionals vaker van werkgever wisselen voor nieuwe uitdagingen.


• Persoonlijke dienstverlening: ~25% verloop (denk aan kappers, beauty, wellness, e.d.). Vaak kleine bedrijven, weinig groeipad en jong personeel.


• Kunst & Cultuur: ~26% verloop, eveneens een sector met veel tijdelijke projecten en freelance artiesten.


Sectoren met het laagste verloop in NL:


• Zorg & Welzijn: Heeft een uitstroom van slechts ~11% per jaar, het laagste van alle bedrijfstakken samen met openbaar bestuur en onderwijs. Veel zorgprofessionals blijven binnen de sector, al is hier nuance: er is intern verloop tussen werkgevers, maar men blijft vaak in de zorg werkzaam. (NB: Andere bronnen melden echter dat binnen zorgorganisaties zelf verloop ook een groeiend probleem is – zie verderop bij redenen van vertrek in zorg).


• Verpleging/verzorging (specifiek): ~15% verloop. Dit bevestigt het beeld dat zorgverleners relatief honkvast zijn in hun beroep, mede vanuit roeping en baanzekerheid.


• Productie/industrie: ~17% verloop. In fabrieksomgevingen en productiebedrijven blijven werknemers doorgaans langer (denk aan bijvoorbeeld de auto-industrie of voedingsmiddelenproductie met veel vaste contracten).


• (Para)medische dienstverlening: ~17% verloop (bijv. fysiotherapeuten, labmedewerkers).


• Administratief/secretarieel: ~17% verloop, wat relatief laag is – administratieve functies kunnen bijdragen aan de balans tussen werk en privé.

krachten blijven vaak jaren bij dezelfde werkgever


Deze verschillen betekenen dat een “normaal” of “gezond” verlooppercentage sterk afhangt van de branche. Een verloop van 20% kan in de ene sector zorgwekkend hoog zijn, terwijl het in een andere sector (bv. horeca) juist onder het gemiddelde ligt, vooral in de krapte op de arbeidsmarkt waar veel bedrijven moeite hebben om bevlogen medewerkers aan te trekken. Werkgevers doen er dus goed aan hun eigen cijfers altijd te benchmarken tegen hun branche.


Sector (hoog verloop) Jaarlijks verloop NL
Landbouw & Visserij ca. 37%
Journalistiek & PR ca. 31%
Marketing & Communicatie ca. 29%
Persoonlijke dienstverlening ca. 25%
Kunst & Cultuur ca. 26%
Sector (laag verloop) Jaarlijks verloop NL
Zorg & Welzijn (incl. overheid/onderwijs) ca. 11% (uitstroom uit sector)
Verpleging & Verzorging ca. 15%
Productie & Industrie ca. 17%
Accountancy/Financiën ca. 17%
Administratief/Secretarieel ca. 17%


Bovengenoemde cijfers geven aan waar extra aandacht voor retentie nodig is. Bij hoog-volatiele sectoren (bv. creatieve sectoren) moeten werkgevers wellicht extra investeren in onderscheidende arbeidsvoorwaarden of cultuur om mensen te binden, terwijl in traditioneel stabiele sectoren (overheid, zorg) de uitdaging meer ligt in werkdruk en waardering om te voorkomen dat de trend kantelt.


Verschillen naar bedrijfsomvang


Niet alleen de sector, ook de schaal van een bedrijf beïnvloedt doorgaans het verloop. Uit Belgische data (Securex, 2023) blijkt bijvoorbeeld dat kleine bedrijven (tot 9 werknemers) meer dan dubbel zoveel vrijwillige uitstroom kenden als grotere bedrijven van 100-999 werknemers. Kleinere organisaties bieden vaak minder loopbaanperspectief en hebben soms minder middelen voor uitgebreide benefits, wat kan leiden tot sneller vertrek van ambitieuze medewerkers. Grote organisaties scoren beter op retentie doordat zij meer doorgroeimogelijkheden, specialisatie en vaak hogere salarissen bieden.


Voor middelgrote bedrijven (pakweg 50-500 medewerkers) is het dus zaak om de voordelen van beide werelden te benutten: enerzijds de persoonlijke, familiaire sfeer en wendbaarheid van een kleinere organisatie, anderzijds toch voldoende loopbaanmogelijkheden en voorzieningen zoals grotere bedrijven. Middelgrote ondernemingen kunnen zich onderscheiden door hun mensen niet als nummer te behandelen (persoonlijke aandacht) én door professionele HR-praktijken in te voeren (training, heldere HR-processen) zodat medewerkers niet het gevoel hebben iets te missen ten opzichte van werken bij een corporate.


Internationale vergelijking: Nederland vs. EU


Tijdens de wereldwijde trend van de “Great Resignation” (massale vrijwillige vertrekgolf na de pandemie) werd gevreesd dat ook Nederland ongekende vertrekcijfers zou zien. Uiteindelijk blijkt dat Nederland relatief gematigde verloopcijfers heeft in Europees perspectief. Zo melden internationale dashboards dat hoewel in 2022 bijna 1 op de 5 Nederlandse werknemers van werkgever wisselde (recordhoogte), dit in omringende landen op sommige vlakken nóg hoger lag.


• In sectoren als landbouw, media en communicatie is het Nederlandse verlooppercentage lager dan in bijvoorbeeld België of Groot-Brittannië. Nederlanders blijken in die zin iets honkvaster.


• Europees gemiddelde: Onder laagopgeleide werknemers is het gemiddelde verloop ~19% en Nederland loopt daar precies in de pas mee. Bij hoogopgeleiden is het EU-gemiddelde ~23%, terwijl Nederland daar met 21% iets beter scoort.


• Leeftijd: In heel Europa is het verloop onder jongeren veel hoger dan onder senioren. Nederland is geen uitzondering: bij junioren (<35 jaar) ligt het verloop rond 34%, tegenover slechts ~14% bij senior medewerkers. Dit patroon – jongeren wisselen vaker van baan – zien we overal, al ligt in sommige landen zelfs bij ouderen het verloop iets hoger dan bij ons. Voor werkgevers betekent dit dat met name het behoud van jonge talenten een uitdaging is; zij hebben immers meer neiging tot job hoppen voor snellere carrière- en salarisstappen.


Sectorbenchmark Europa: De verschillen per sector tussen landen kunnen aanzienlijk zijn. Zoals genoemd is agrarisch verloop in België bijvoorbeeld >50%, waar Nederland op 37% zit. In de horeca (restaurants/hotels) en detailhandel zijn in veel landen de verloopcijfers torenhoog (frequent tijdelijk personeel); in Nederland kwam bijvoorbeeld in de horeca het aandeel werknemers dat in een jaar van werkgever wisselde recent boven de 20% uit. Ter vergelijking: in het VK waren in 12 van 33 sectoren >20% van de werknemers jaarlijks van baan gewisseld, terwijl in Nederland dat slechts in een paar sectoren het geval was. Dit duidt erop dat de Nederlandse arbeidsmarkt iets stabieler is dan sommige Angelsaksische arbeidsmarkten, mogelijk vanwege het relatief hoge aandeel vaste contracten en ons poldermodel (werkgevers investeren meer in behoud omdat ontslag lastiger is).


Lessen voor middelgrote werkgevers


Het is voor een middelgrote werkgever van belang om sector- en doelgroepgericht te kijken naar retentie. Heb je veel jonge werknemers in een krappe IT-markt? Dan zijn ontwikkelmogelijkheden en uitdagende projecten doorslaggevend om ze te houden. Ben je actief in zorg of onderwijs? Dan zul je meer moeten doen aan werkdrukverlichting en waardering, omdat salarisconcurrentie daar minder speelt maar burn-out risico’s hoog zijn. Vergelijk ook je eigen personeelsverloop met branchegemiddelden om te bepalen of je een probleem hebt. Bijvoorbeeld: gemiddeld personeelsverloop in zakelijke dienstverlening was in 2023 rond de 17-18%, en in de zorg rond de 20-21% (iets hoger door de post-pandemische uitstroom), wat de noodzaak van goede langetermijndoelen onderstreept. Als jouw bedrijf daar (fors) boven zit, is een stevige retentiestrategie urgent. Zit je eronder, dan kun je wellicht meer focussen op behoud van topperformers en employer branding, wat essentieel is in het gebied van medewerkersbehoud, en is verloop minder een direct risico voor continuïteit.

  1. Impact van hybride of remote werkstructuren op behoud van talent
    De wijze waarop we werken – volledig op kantoor, volledig op afstand, of een mix (hybride) – heeft de afgelopen jaren een grote vlucht genomen als onderwerp. Veel middelgrote bedrijven worstelen met de vraag in hoeverre ze thuiswerken moeten faciliteren nu de corona-pandemie achter de rug is. Uit diverse onderzoeken blijkt dat flexibele werkstructuren een significante invloed kunnen hebben op retentie. We bespreken hieronder de voor- en nadelen van hybride/remote werken in relatie tot medewerkersbehoud.
    Voordelen van hybride/remote werken voor retentie:
    Flexibiliteit in werkplek en werktijd blijkt voor veel werknemers een belangrijke blijfreden. Onderzoek door Remote.com in het VK en de VS (2019-2023) toonde aan dat bedrijven met hybride of remote werkmodellen een lager verlooppercentage hebben dan traditionele kantoorbedrijven. In 2023 was het geschatte personeelsverloop bij volledig kantoorgebonden bedrijven gemiddeld 43,7%, terwijl hybride organisaties op 39,9% zaten en volledig remote organisaties op 39,3%. Met andere woorden: werkgevers die flexibiliteit bieden, weten hun mensen beter vast te houden (een verschil van ~4-5%punt minder verloop vergeleken met rigide kantoorbedrijven).
    (image) Verlooppercentages in 2023 bij verschillende werkmodellen (bron: Remote.com onderzoek). Volledig kantoorgebonden organisaties kennen het hoogste verloop, terwijl hybride en volledig remote werkvormen een lager jaarlijks personeelsverloop laten zien. Flexibiliteit in werkplek en -tijd vergroot de kans dat medewerkers blijven.


Er zijn meerdere redenen waarom hybride/remote bijdraagt aan retentie:
• Werk-privébalans: Zoals eerder genoemd, biedt hybride werken medewerkers de kans hun werk beter te combineren met privéleven. Minder reistijd, mogelijkheid om tussendoor iets in het huishouden te doen of de kinderen te zien, vermindert stress. Mensen die die balans ervaren zijn gelukkiger in hun werk en geneigd te blijven.


• Autonomie en vertrouwen: Thuiswerken vergt dat werkgevers vertrouwen geven aan medewerkers dat ze ook buiten het zicht goed werken. Veel werknemers waarderen dit vertrouwen en de autonomie die ze krijgen (bijv. zelf indelen van werkschema). Dit vergroot hun betrokkenheid en loyaliteit.


• Productiviteit en welzijn: Medewerkers kunnen in een rustige thuisomgeving soms productiever zijn voor bepaalde taken (deep work) en op kantoor juist voor samenwerk-taken – de combinatie kan prestaties verbeteren. Daarnaast ervaren werknemers minder woon-werkverkeer, wat tijd en energie scheelt. Tevredenheid over deze arrangementen draagt bij aan hun algemene werktevredenheid. Sommige onderzoeken claimen zelfs dat hybride werken het personeelsverloop met wel 33% kan verlagen, met name onder niet-managers, vrouwen en medewerkers met lange reistijden (de groepen die het meest baat hebben bij thuiswerkmogelijkheden).


• Geografisch talentbehoud: Remote werken stelt werkgevers in staat om talent te behouden dat anders misschien zou vertrekken wegens verhuizing of reistijd. Iemand die bijvoorbeeld verhuist naar een andere regio kan wellicht aanblijven als structureel remote medewerker. Zo verlies je minder mensen om louter geografische redenen. Andersom kun je ook talent van verder weg aannemen, maar dat valt onder recruitment voordelen.
Nadelen en valkuilen van hybride/remote werken:
Aan de andere kant zijn er ook aandachtspunten. Hybride werken is geen panacee en kan enkele negatieve effecten hebben op de betrokkenheid als het slecht wordt gemanaged. Enkele mogelijke nadelen:


• Verminderde teamcohesie: Als collega’s elkaar weinig fysiek zien, kan het onderlinge contact en de band met het team verzwakken. Nieuwe medewerkers integreren lastiger en er is risico dat men zich minder verbonden voelt met de organisatie. Uit een peiling bleek dat 61% van de thuiswerkers het gemis aan direct contact met collega’s als grootste nadeel ziet. Werkgevers moeten dus bewust momenten inplannen voor persoonlijk contact (teamdagen op kantoor, borrels, offsite bijeenkomsten) om de teamspirit en bedrijfscultuur levend te houden.


• Altijd ‘aan’ staan: De vervagende grens tussen werk en privé kan ertoe leiden dat mensen langer doorwerken en moeilijker ontkoppelen. Niet iedereen is hier even goed in; sommige werknemers ervaren juist méér werkdruk doordat de laptop altijd binnen handbereik is. Dit kan op termijn tot burn-out klachten leiden. Het is zaak om als organisatie gezonde omgang met flexibiliteit te stimuleren (bijv. niet verwachten dat e-mails ’s avonds laat worden beantwoord, en leidinggevenden die voorbeeldgedrag tonen in work-life boundaries).


• Leidinggeven op afstand: Managers moeten wennen aan minder zicht en controle op werknemers die thuiswerken, wat kan resulteren in een lagere medewerkerstevredenheid als er geen goede incentives zijn. Voor sommigen is dit lastig en kan het leiden tot onzekerheid of ineffectieve aansturing (bijv. te veel check-ins of juist te weinig begeleiding). Het vergt een andere leiderschapsstijl gebaseerd op vertrouwen en output-sturing. Bedrijven moeten leidinggevenden hierop trainen (zoals via intervisie of coaching specifiek gericht op hybride leiderschap). Als dit niet gebeurt, kunnen misverstanden en gevoel van disconnectie ontstaan bij medewerkers.


• Onboarding en kennisdeling: Vooral bij volledig remote modellen is het een uitdaging om nieuwe medewerkers goed in te werken en de organisatiecultuur bij te brengen. Informele leermomenten (even iets vragen aan een collega naast je) zijn minder vanzelfsprekend. Middelgrote bedrijven kunnen dit ondervangen door bijvoorbeeld mentorship op afstand te organiseren of vaker naar kantoor te halen in de eerste maanden.


Samengevat: Hybride werken biedt duidelijke voordelen voor behoud – meer tevreden en ontspannen medewerkers die de flexibiliteit waarderen. In een enquête gaf 63% van de werkgevers aan dat een laag verloop direct samenhangt met hoge motivatie in het bedrijf, en flexibiliteit draagt bij aan die motivatie. Wel moet het hybride model goed worden ondersteund om valkuilen te vermijden. De beste aanpak lijkt een balans: geef flexibiliteit, maar zorg ook voor voldoende contactmomenten en duidelijke afspraken. Zo profiteer je van het beste van twee werelden. Voor middelgrote bedrijven kan dit een aantrekkelijk onderscheidend punt zijn ten opzichte van grotere concurrenten die misschien striktere kantoorregels hanteren – flexibiliteit aanbieden kan talent aantrekken én vasthouden.

Benchmarkgegevens: verlooppercentages en succesfactoren in NL en Europa


In deze sectie zoomen we in op harde cijfers: hoe hoog is het personeelsverloop in verschillende sectoren en landen, en vooral – wat doen bedrijven met opvallend laag verloop anders dan de rest? We presenteren enkele benchmarks en inzichten (2020-2025) die als referentie kunnen dienen.


Gemiddelde verlooppercentages in Nederland en Europa


Enkele nuttige benchmarkcijfers om in context te plaatsen wat “hoog” of “laag” verloop betekent:


• Nederland algemeen: Gemiddeld verloop in Nederland lag rond 20% per jaar in de afgelopen jaren. 2022 was een piekjaar met ~1,8 miljoen baanwisselaars (ruim 19% van alle werkenden) – een absoluut record. In 2023 stabiliseerde dit enigszins maar bleef het historisch hoog. Ter vergelijk: vóór 2020 was ~10% à 15% verloop gangbaar als “normaal” in veel sectoren. We zitten nu dus in een fase van bovengemiddelde mobiliteit.


• Europa algemeen: Europese cijfers variëren per land, maar Nederland zit iets onder het gemiddelde in verloop.

NB: Interne mobiliteit werkt het best als de bedrijfscultuur openstaat voor verandering. Soms zijn managers huiverig om hun goede kracht te laten gaan naar een andere afdeling. Het leiderschap moet duidelijk maken: het is beter iemand intern te laten groeien (en eventueel later terugkrijgen met meer ervaring) dan hem/haar te verliezen aan een andere werkgever. Een cultuur van kennisdelen en elkaar talent gunnen is hier essentieel.


Wellbeing- en vitaliteitsprogramma’s (mentale gezondheid en vitaliteit)
Welzijnsprogramma’s richten zich op de fysieke en mentale gezondheid van medewerkers – en daarmee op hun duurzame inzetbaarheid en tevredenheid. De link met verloop is als volgt: een medewerker die gezond, energiek en mentaal fit is, zal beter presteren en zich beter voelen op het werk, en daarmee minder snel geneigd zijn te vertrekken om negatieve redenen (zoals burn-out, ongezonde werkstress). Bovendien laat een werkgever die investeert in welzijn zien dat hij geeft om zijn personeel, wat loyaliteit kan vergroten.


Enkele componenten van dergelijke programma’s:


• Mentale gezondheid: Aanbieden van coaching of counseling, bijv. vertrouwenspersonen of een paar gratis sessies met een psycholoog bij stressklachten. Training in stressmanagement of mindfulness op het werk. Open cultuur creëren waar over mentale gezondheid gesproken mag worden (dus dat het geen taboe is om te zeggen dat je het even zwaar hebt). In 2020-2022, de pandemiejaren, hebben veel werkgevers extra op welzijn ingezet om personeel erdoorheen te trekken – iets dat medewerkers niet vergeten.


• Vitaliteit & beweging: Initiatieven om medewerkers fit te houden: van simpelweg korting op sportschool, tot gezamenlijke sportevenementen (bedrijfshardloopteam), staand werken stimuleren, gezonde lunchopties, etc. Sommige bedrijven introduceren vitaliteitsuren: een uurtje per week inroosteren waarin iedereen iets gezonds doet (wandelen, sporten). Vitalere medewerkers zijn productiever en melden zich minder ziek. Indirect draagt dit bij aan minder verloop, want teams met laag verzuim hebben vaak ook hoger moreel.


• Preventie van burn-out: Work-life balance maatregelen overlappen deels met welzijn. Het actief monitoren van werkdruk (via vragenlijsten of praatje bij de koffieautomaat) en tijdig ingrijpen voorkomt dat mensen uitvallen of weglopen. Een ergonomische werkomgeving (goede stoelen, niet te lange schermtijd zonder pauze, etc.) valt hier ook onder.


• Sociale ondersteuning: Programma’s die collegiale steun bevorderen – zoals buddy systemen, teamuitjes, of interne communities (b.v. een young professionals netwerk) – dragen ook bij aan mentaal welzijn. Het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap op het werk is beschermend tegen ontevredenheid en bevordert de balans tussen werk en privé.


• Balans werk-privé: Hier komen we weer op flexibiliteit: welzijn wordt verhoogd als mensen ruimte krijgen voor privé. Veel vooruitstrevende werkgevers bieden bijvoorbeeld een extra vrije dag in de week/maand, of verkorte zomervrijdagen, als ze merken dat de werkdruk structureel hoog is.


Waarom dit verloop verlaagt: Allereerst, veel vertrekredenen hangen samen met onwelzijn: stress, uitgeput raken, zich ongezond voelen door het werk. Door die oorzaken weg te nemen blijven mensen langer. Ten tweede, een organisatie met een sterke wellbeing-cultuur creëert meer betrokkenheid. Medewerkers voelen: “Ze zorgen voor mij, dus waarom zou ik weggaan?” en dit gevoel versterkt het personeelsbehoud. Uit een enquête bleek dat 47% van werkgevers investeert in welzijn om stress te verminderen en 54% om werk-privébalans te verbeteren – allebei factoren die bijdragen aan behoud. Daarbij noemde zelfs 51% expliciet “talentvolle werknemers behouden” als belangrijkste reden om in vitaliteit te investeren, wat aansluit bij de langetermijndoelen van de organisatie. Er is dus duidelijk geloof dat deze zaken personeel trouw houden.
Praktijkvoorbeeld: Microsoft Nederland lanceerde een paar jaar geleden een uitgebreid vitaliteitsprogramma met workshops over slaap, voeding, en digitale detox. Medewerkers konden vrijwillig deelnemen, maar leidinggevenden ondersteunden het actief (bijv. geen meetings tijdens de lunch zodat mensen kunnen wandelen). Intern onderzoek toonde na verloop van tijd dat het ziekteverzuim daalde en de tevredenheidsscores over “de organisatie geeft om mijn welzijn” stegen aanzienlijk. Hoewel lastig direct te koppelen, zag men in de twee jaar daarna ook een daling in vrijwillig verloop, met name onder medewerkers die eerder aangaven balansproblemen te hebben. Het illustreert dat zorgen voor je mensen loont in loyaliteit.
Aan de andere kant: niet elk vitaliteitsprogramma slaagt. Belangrijk is dat het niet “cosmetisch” is (bv. het aanbieden van aandelenopties zonder echte betrokkenheid), maar dat het daadwerkelijk de werkervaring verbetert. een fruitmand neerzetten maar ondertussen hoge werkdruk negeren). Een integrale aanpak werkt het best: zowel fysieke gezondheid als mentale gezondheid als balans en werkomstandigheden meenemen.

Erkennings- en waarderingsprogramma’s


Naast reguliere salaris en functioneringsgesprekken kan een werkgever speciale erkenningsprogramma’s opzetten om waardering te structureren en vieren. Het idee hierachter is medewerkers publiekelijk of formeel te erkennen voor hun bijdragen, wat hun motivatie en binding verhoogt, en bijdraagt aan betere prestaties. Enkele voorbeelden:


• Jubileumvieringen: Beloon langdurige dienstverbanden. Veel bedrijven geven bij 5, 10, 25 jaar e.d. een cadeau of bonus, maar belangrijker: besteed er aandacht aan in de groep. Een medewerker die 10 jaar in dienst is in het zonnetje zetten (“loyalty award”) laat ook aan anderen zien dat loyaliteit gewaardeerd wordt.


• Employee of the Month/Quarter awards: Hierbij worden medewerkers voorgedragen (door collega’s of managers) voor een bijzondere prestatie of inzet, en krijgt de winnaar een prijs(je) en erkenning (bv. een vermelding in de nieuwsbrief of een trofee). Dit stimuleert positief gedrag en geeft waardering breed aandacht.


• Peer-to-peer recognition: Sommige organisaties introduceren een peer-recognition systeem, bijvoorbeeld via een app waarin collega’s elkaar complimenten kunnen geven die voor iedereen zichtbaar zijn. Of men werkt met punten/badges die collega’s aan elkaar uitreiken voor hulp of goed werk, die kunnen worden ingewisseld voor iets leuks. Dit creëert een cultuur waarin waardering tonen normaal wordt.


• Bedank-events: Een keer per jaar een event (fysiek of online) puur om iedereen te bedanken – met speeches waarin successen van teams en individuen benoemd worden. Zeker na een druk seizoen kan dit morale boosts geven.


• Directe manager erkenning: Dit gaat meer om gewoonte dan programma: aanmoedigen dat leidinggevenden regelmatig een persoonlijk bedankbriefje of e-mail sturen na afronding van een project, of iemand in een teammeeting complimenteert. Het systematisch maken (bijv. elke teammeeting begint met “shout-outs” voor mensen die iets goeds hebben gedaan) zorgt dat het niet vergeten wordt.


Effect op verloop: Het menselijk aspect is niet te onderschatten. Mensen blijven bij een bedrijf waar ze zich gewaardeerd voelen. Als iemand zich structureel ondergewaardeerd voelt, is dat recept voor vertrek (soms zelfs belangrijker dan salaris). Waardering draagt direct bij aan betrokkenheid: medewerkers die trots zijn en erkenning krijgen, hebben meer emotionele band met de werkgever. Zoals eerder genoemd was “het geven van waardering” een essentiële factor in het Beste Werkgeversonderzoek voor betrokkenheid. En betrokkenheid verlaagt verloop.


Voor middelgrote bedrijven is het implementeren van waarderingsprogramma’s doorgaans eenvoudig en betaalbaar, maar vereist wel consistentie en oprechte intentie. Een keer een award uitreiken heeft weinig zin als de rest van het jaar de cultuur koel en kritisch is. Het moet onderdeel zijn van de dagelijkse manier van werken: successen vieren, fouten zien als leerervaring (dus ook geen overdreven schuldcultuur, dat vreet motivatie), en elkaar als mens waarderen.


Recente statistieken (2020-2025) over redenen van vertrek


Om effectief personeelsverloop te beperken, moet je begrijpen waarom medewerkers vertrekken. Hier zetten we de belangrijkste vertrekredenen op een rij, gebaseerd op recente onderzoeken en peilingen in de periode 2020-2025, zowel algemeen als specifiek voor Nederland/Europa. Deze inzichten helpen om de juiste retentie-interventies te kiezen.


Uit diverse onderzoeken komen telkens een paar rode draden naar voren als het gaat om vertrekredenen:

  1. Gebrek aan ontwikkelmogelijkheden / groeiperspectief: Dit wordt zeer vaak genoemd als top-reden, met name door jongere en hoogopgeleide werknemers. In 2023 gaf 41% van de ondervraagden (McKinsey/Realise) aan dat een tekort aan ontwikkelkansen voor hen een belangrijke reden is om binnen enkele maanden van baan te willen wisselen. Ook Randstad vond dat “gebrek aan interesse in het werk” (wat vaak samenhangt met gebrek aan uitdaging en groei) de belangrijkste reden blijft voor werknemers om te vertrekken. Generatie Z en Millennials hechten beduidend meer belang aan loopbaanontwikkeling dan oudere generaties, wat verklaart dat bij jonge vertrekkers dit motief vaak meespeelt. Kortom: als mensen het gevoel hebben vast te zitten of niets nieuws meer te leren, gaan ze elders kijken.
  2. Onvoldoende beloning (salaris en secundaire voorwaarden): Een te laag salaris of ontbreken van bepaalde secundaire voorwaarden is een klassieke vertrekreden. Hoewel salaris meestal niet de enige reden is, speelde het in 36% van de gevallen een rol bij de vertrekintentie in de McKinsey-enquête. Vooral in deze tijden van inflatie zoeken werknemers compensatie. Als de concurrent een substantieel hoger loon biedt, is de verleiding groot. Uit het Randstad onderzoek bleek ook dat aantrekkelijk salaris/benefits de nummer 1 factor is bij een nieuwe baan kiezen. Bij vertrek is het vaak: men voelt zich onderbetaald of niet eerlijk beloond voor hun inzet, en vertrekt zodra een beter aanbod komt.
  3. Slechte relatie met de leidinggevende / management: ~34% noemde dit als vertrekreden. Dit kan variëren van een conflictueuze verhouding, gebrek aan waardering of ondersteuning, tot gewoon een slechte leidinggevende stijl (micromanagement, onduidelijkheid, etc.). Een directe chef heeft enorme impact op iemands dagelijkse werkplezier. Werknemers verlaten vaak geen banen maar bazen – dit gezegde wordt in onderzoek keer op keer bevestigd. Een slechte manager kan redenen 1 en 2 trouwens verergeren (bijv. geen groeikans en geen steun). In exitgesprekken komt naar voren dat mensen vertrekken omdat ze zich niet gezien voelden door hun manager, of zelfs gepest/ongerust werden door slecht leiderschap. Positieve spiegel: Dit is een reden die goed werkgevers kunnen tackelen – zie sectie 1 over leiderschap.
  4. Werk-privébalans en werktijden: Zeker na COVID-19 zijn mensen hun balans gaan herwaarderen. Een te hoge werkdruk, te lange dagen of inflexibele werktijden leiden tot vertrek, omdat men elders op zoek gaat naar quality of life. Uit onderzoeken in Nederland blijkt bijvoorbeeld dat werkdruk en gebrek aan flexibiliteit vaak in de top-5 van klachten staan (in 2023 wilden veel mensen niet terug naar 5 dagen kantoor, sommigen switchten van baan om meer thuiswerkmogelijkheid te hebben). Een specifieke datapunt: bij zorgmedewerkers werd geconstateerd dat privé-omstandigheden een steeds grotere rol spelen in vertrekbeslissingen – men kiest bijvoorbeeld een minder zware baan vanwege de thuissituatie. Dit laat zien dat naast werkgerelateerde factoren ook levensfase en persoonlijke redenen een rol spelen.
    o Voorbeeld: jonge ouders die een werkgever kiezen met ruim ouderschapsverlof of 4-daagse werkweek.

  5. Bedrijfscultuur en werksfeer: Een onprettige werksfeer, conflictueus team of een cultuur die niet bij iemand past, is vaak een “stille” reden om weg te gaan. Medewerkers zullen het niet altijd openlijk zeggen, maar als men zich niet thuis voelt of waarden botsen, dan vertrekken ze zodra ze een plek vinden die beter voelt. Uit een peiling van SD Worx kwam bijvoorbeeld dat “collega’s die niet klikken” en “slechte werksfeer” heel vaak genoemd worden in top 7 vertrekredenen. Ook een reorganisatie of onzekerheid binnen de organisatie (zoals veel wisselingen of strategische koerswijzigingen) kan talent wegjagen, omdat de psychologische veiligheid wordt aangetast.
  6. Baaninhoud en uitdaging: Mensen willen zinvol en interessant werk. Als de functie tegenvalt of eentonig wordt, daalt de binding. Randstad meldde dat gebrek aan interesse in het werk de belangrijkste factor is voor vertrek. Dit kan betekenen: de baan blijkt anders dan voorgesteld, of men is uitgekeken op de taken, wat kan leiden tot een verminderd personeelsbehoud. Vooral theoretisch opgeleiden hechten aan boeiende inhoud, wat kan bijdragen aan betere prestaties en het behoud van talentvolle werknemers. Als een werkgever niet periodiek de functie kan verrijken of nieuwe projecten kan aanbieden, loopt men risico dat de werknemer elders uitdaging zoekt. Dit sluit aan bij punt 1, maar zelfs los van promotiekansen wil iemand in de huidige rol voldoening hebben.
  7. Gebrek aan waardering/erkenning: Wanneer medewerkers het gevoel hebben dat hun harde werk niet wordt gezien of gewaardeerd, dan verdwijnt hun loyaliteit. Dit is wat subtieler, maar komt vaak naar voren in kwalitatieve onderzoeken. Een medewerker kan prima betaald krijgen en oké werk hebben, maar als de cultuur kil is en er nooit een schouderklopje af kan, kan dit op den duur demotiveren genoeg om te vertrekken (zeker als een andere werkgever bekend staat als warm bad).
  8. Arbeidsvoorwaarden en benefits: Naast salaris kunnen ook specifieke arbeidsvoorwaarden redenen zijn. Bijvoorbeeld: iemand wil graag remote werken maar bedrijf staat het niet toe -> vertrek naar bedrijf dat wel remote is. Of ontevredenheid over vakantiedagen, overurenregeling, etc. Dit is vaak een secundaire factor, maar bij twee verder gelijkwaardige banen kunnen dit soort verschillen de doorslag geven.
    Statistiek voorbeeld ter illustratie: Volgens McKinsey’s onderzoek (feb 2023) onder werknemers die nadachten over vertrek, was de ranking van redenen: #1 ontwikkelmogelijkheden (41%), #2 salaris (36%), #3 relatie met leidinggevende (34%). Deze percentages geven aan hoe frequent die factoren werden genoemd als belangrijk in de beslissing. Ook al betreft dit een internationaal onderzoek, de inzichten zijn zeer relevant voor Nederland. Daarnaast bevestigen enquêtes van b.v. SD Worx en andere HR-bureaus vaak deze top-drie, met de toevoeging dat “werksfeer” en “werkdruk” eveneens veelgenoemde factoren zijn.
    Ook interessant: in de zorgsector specifiek was gebrek aan ontwikkelmogelijkheden bij 25,5% van de vertrekkers de belangrijkste reden. Dit laat zien dat zelfs in sectoren waar men het niet zou verwachten (zorg wordt vaak geassocieerd met roeping), loopbaanontwikkeling cruciaal is om mensen te houden. Hetzelfde onderzoek (Skipr, 2023) zag dat invloed van privésituatie ook toenam bij vertrekredenen, wat aansluit bij de trend dat mensen meer naar hun totale leven kijken dan alleen de carrière.
    Conclusie van deze data: De top vertrekredenen liggen grotendeels in de sfeer van niet kunnen groeien, niet gewaardeerd/goed geleid worden, en onvoldoende beloning of balans. Gelukkig zijn dit stuk voor stuk gebieden waarop een werkgever actie kan ondernemen (opleiding, betere managers, beloningsherziening, flexibiliteit). Persoonlijke redenen (zoals verhuizing, carrière-switch buiten het vak, privéomstandigheden) zullen altijd een deel van verloop vormen en zijn soms onvermijdelijk – dit noemen we natuurlijk verloop. Maar het ongewenste verloop dat vermijdbaar is, draait meestal om bovengenoemde factoren. Hierop focussen in retentiebeleid geeft de grootste winst.

  9. Ter volledigheid: 2020-2021, midden in de coronatijd, waren er bijzondere vertrekredenen zoals relocatie (mensen trokken uit de randstad nu thuiswerk kon, en wilden lokaal iets zoeken) of veiligheid (mensen die bang waren voor besmetting in bepaalde beroepen). Die zijn nu minder prominent in 2022-2025, al heeft de pandemie wel een blijvend effect gehad dat mensen anders naar werk kijken (meer nadruk op welzijn en zingeving).

HR-tech tools en software voor betrokkenheid en retentie


In het digitale tijdperk staat de HR-afdeling niet alleen: er is een scala aan HR-technologie beschikbaar om medewerkersbetrokkenheid te vergroten, verloop te monitoren en interne feedback en mobiliteit te faciliteren. Vooral voor middelgrote bedrijven, die misschien geen enorme HR-teams hebben, kunnen deze tools een groot verschil maken door inzicht en efficiency. Hier bespreken we een aantal soorten HR-tech oplossingen die relevant zijn voor retentie, met voorbeelden:
Medewerkersbetrokkenheid meten: enquêtes en pulse-tools
Een populaire categorie is employee engagement software – platforms om eenvoudig medewerkerstevredenheid te meten via surveys, en de resultaten in overzichtelijke dashboards te presenteren. Traditioneel deden bedrijven 1x per jaar een MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek), maar steeds meer organisaties kiezen voor frequentere metingen om in te spelen op de krapte op de arbeidsmarkt. Moderne tools maken continu of zeer frequent peilen mogelijk (zgn. pulse surveys).


Voorbeelden:


• Effectory en Integron zijn Nederlandse aanbieders van medewerkersonderzoeken, vaak gebruikt door middelgrote organisaties. Ze bieden naast uitgebreide vragenlijsten ook kortere pulses en benchmarks ten opzichte van andere bedrijven.


• SurveyMonkey en Qualtrics XM zijn internationale survey-tools die ook veel voor medewerkersfeedback worden ingezet, met anonimiteitsgaranties en real-time analyses.


• Peakon (overgenomen door Workday) is een tool die periodiek een paar vragen uitzet bij medewerkers (bijv. wekelijks 5 vragen) en via AI analyseert waar verbeterpunten zitten. Dit soort tool kan zelfs predictive signalen geven, zoals “engagement score van team X daalt drie kwartalen op rij, risico op vertrek verhoogd”.


• Officevibe en TinyPulse zijn specifiek ontworpen voor regelmatige korte surveys (pulse surveys). Zo vang je snel sentimenten op. TinyPulse profileert zich bijvoorbeeld op het vangen van realtime feedback en pulsen.


• CultureAmp en Enalyzer zijn ook engagement platforms die zowel survey als actie-tracking bieden (je kunt gelijk acties definiëren en toewijzen op basis van feedbackresultaten).


• Praktijk: IT-dienstverlener Fellowmind gebruikte een Engagement Survey om objectief bevlogenheid te meten, trends te zien en verbeterpunten te identificeren. Dit hielp hen gerichte acties te ondernemen. Veel mid-sized bedrijven doen vergelijkbare dingen: elk kwartaal een korte peiling via een tool en daarna teamsessies om de uitkomsten te bespreken.


Voordeel HR-tech hier: Het geautomatiseerd uitvragen en analyseren spaart HR enorm veel werk, en het zorgt voor eerlijkere, geanonimiseerde input. Tools benchmarken vaak tegen duizenden andere bedrijven, zodat je weet of een 7,5 voor “tevredenheid met ontwikkeling” nou goed of slecht is. Bovendien kun je via segmentatie (afdeling, tenure, etc.) gerichte interventies plegen.
Feedbackloops en communicatieplatforms


Naast surveys zijn er ook tools die lopende feedbackloops ondersteunen. Dit kan overlappen met bovengenoemde (veel engagement tools hebben comment functionaliteit), maar denk ook aan:


• 1-op-1 meeting tools: Software als 15Five is erop gericht om wekelijks input van medewerkers te krijgen (in 15 minuten invullen) voor hun manager, met vragen als “Wat ging goed? Wat zijn knelpunten? Heb je hulp nodig?”. De manager leest dit en kan erop reageren, zodat issues direct besproken worden. Dit structureert de communicatie.


• Personeelsapp / intranet met feedbackfunctie: Er zijn oplossingen zoals Speakap – een medewerkersapp waarin nieuws en communicatie gedeeld wordt, maar die ook analysetools heeft om sentiment te volgen en engagement te meten. Via zo’n app kunnen medewerkers laagdrempelig ideeën of zorgen delen (soms anoniem).


• Ideation platforms: Tools om ideeën van medewerkers te verzamelen en crowdsourcen (bijv. SoapBox of Google’s OfficeVibe heeft ideation modules). Als medewerkers zien dat hun ideeën serieus worden genomen, verhoogt dat hun betrokkenheid en bereidheid te blijven bijdragen.


• Chatbots voor HR: Steeds vaker zetten bedrijven AI-chatbots in waar medewerkers 24/7 vragen aan HR kunnen stellen of feedback kunnen geven (“Hi HR, ik zit ergens mee…”). Die bot kan vragen escaleren of trends signaleren.
Waarom nuttig: Continu dialoog houden met medewerkers is essentieel voor engagement. Tools kunnen de drempel verlagen om iets te zeggen. Bijvoorbeeld een anonieme feedbacklijn in een app kan issues aan het licht brengen die anders onuitgesproken blijven. Dit sluit aan op initiatieven als stay interviews maar dan meer doorlopend.


Interne mobiliteit en loopbaansoftware


Om interne mobiliteit (sectie 5) te bevorderen, zijn er ook specifieke tech-oplossingen:


• Talent Marketplace platforms: Dit is relatief nieuw: platforms zoals Gloat of Fuel50 fungeren als intern vacature- en projectmarkt. Medewerkers maken een profiel met hun skills en ambities; het platform matcht hen met interne kansen – openstaande functies, maar ook kortlopende projecten of mentorverzoeken. Zo’n systeem doorzoeken is voor medewerkers net zo makkelijk als externe vacaturesites, en met AI kunnen zelfs onverwachte matches naar voren komen (bijv. iemand uit financiën die ook talent heeft voor marketingprojecten). Grote bedrijven gebruiken dit al, maar er zijn versies voor mid-sized.


• Skill platforms en L&D tools: Degreed en Cornerstone bijvoorbeeld bieden skill tracking – medewerkers kunnen leren en courses volgen en zo badges halen die hen kwalificeren voor interne doorgroei. Dit motiveert en maakt talent zichtbaar.


• HRIS met interne vacaturemodule: Veel HR-systemen (zoals Workday, SAP SuccessFactors, AFAS) hebben een interne vacatures module waar je vacatures intern kenbaar maakt en interne sollicitaties kan tracken. Hierin kun je bv. instellen dat managers eerst intern moeten rondsturen.


• Mentor-match software: Platforms die mentors en mentees koppelen intern, om ontwikkeling te stimuleren. Dit draagt indirect bij aan mobiliteit (mentors kunnen hun mentees weer aan een volgende stap helpen).


Waarom nuttig: Deze tools nemen wat coördinatie- en zoekwerk uit handen. Een ambitieuze medewerker ziet zelf makkelijker waar kansen liggen i.p.v. afhankelijk te zijn van toevallig iets horen. Dit vergroot transparantie en gevoel van loopbaancontrole. Voor HR geeft het data: hoeveel interne vervullingen doen we, waar haken mensen op in? Bovendien kan AI verborgen talenten belichten – zo behoud je misschien iemand door hem intern te verplaatsen naar een plek die beter past bij zijn vaardigheden, terwijl je anders dat talent kwijt was geraakt omdat niemand wist dat hij dat kon.


People analytics voor retentie


Een opkomend terrein is het gebruik van data-analyse en AI om verloop te voorspellen en te voorkomen, wat kan helpen bij het grip op medewerkersbehoud. In grotere organisaties wordt al gekeken naar “flight risk” scores – algoritmes die op basis van signalen (lage betrokkenheidsscores, korter dienstverband, lange reistijd, etc.) inschatten hoe groot de kans is dat iemand binnen X maanden vertrekt.


Mid-sized bedrijven kunnen hier ook van profiteren middels tools of extern advies:


• Dashboards: Visualiseer basisdata: verloop per afdeling, reden van vertrek (uit exitgesprekken), gemiddelde anciënniteit, etc. Zo zie je trends. Bijvoorbeeld: als uit data blijkt dat vooral mensen tussen 2-3 jaar dienstverband weggaan, kun je juist in die periode extra aandacht geven (stay interviews rond 2 jaar, promotiekansen rond 2,5 jaar, etc.).


• Benchmarking tools: Er zijn online dashboards (zoals van Intelligence Group of CBS Arbeidsmarkt data) waar je je cijfers naast sectors gemiddelden kunt leggen. Dit is geen software in eigen huis, maar wel handig om je bestuur te laten zien “we zitten boven branchegemiddelde verloop, dus we móéten investeren in retentie”.


• AI HR advisors: Sommige moderne HR suites hebben AI die suggesties doet. Bijvoorbeeld: “Medewerker X zit 1 jaar in functie, vergelijkbare medewerkers vroegen rond deze tijd om loonsverhoging. Overweeg een loopbaangesprek.” Dit is nog nieuw, maar in opkomst.



 

 

Read More

Scroll to Top
Seraphinite AcceleratorOptimized by Seraphinite Accelerator
Turns on site high speed to be attractive for people and search engines.